Ik
heb het hier al aangekondigd, nu heb ik ze ook bezocht: de tegeltentoonstelling
in het MIAT in Gent. Deze tentoonstelling, samengesteld door specialist Mario
Baeck, is absoluut de moeite van een bezoek waard. Wel jammer dat ik geen
toestemming kreeg om foto’s te maken, ook niet na de plechtige belofte geen
flits te gebruiken: ik had het schriftelijk moeten aanvragen veertien dagen
voor mijn bezoek… en dus nog eens terugkomen. Omdat ik het spel correct wilde
spelen zal je hier van mij dus geen foto’s van de tentoonstelling vinden. Wel plaats
ik enkele foto’s van bestaande vloeren in Gistel, waarvan tegels als voorbeeld
te zien waren in het MIAT.
Over
Gistel gesproken: de stad komt niet voor in de tentoonstelling, maar wordt met
de firma G. Boudolf in de catalogus wel aangehaald als een voorbeeld voor de
cementtegelproductie in het interbellum, vooral ook omdat dit erfgoed bewaard
is gebleven en bezichtigd kan worden in de huidige toonzalen.
België
was zeker tot de tweede wereldoorlog zowel kwantitatief als kwalitatief
toonaangevend met haar tegelindustrie. Je krijgt dan ook een mooi overzicht van
de bekendste vloer- en wandtegelfabrieken. Aan de hand van documenten,
staalkaarten en uiteraard ook tegels wordt een beeld geschetst van de wel
gigantische productie. Er wordt gelukkig niet alleen gejubeld, maar ook
stilgestaan bij de werkomstandigheden in de ateliers. En die waren niet altijd
schitterend. Aan de hand van foto’s en korte, maar heldere (en leesbare!)
teksten leer je hierover meer.
Ook
over de technische kant van de tegelproductie kom je veel te weten op deze
tentoonstelling. Ook hier: summiere uitleg op de tekstpanelen, foto’s en
schema’s, uitgebreidere toelichting in een video-interview en voor wie nog meer
wil: de catalogus. Wat mij betreft had er nog wat meer machinerie mogen getoond
worden, maar ik kan me voorstellen dat dat logistiek gesproken niet zo eenvoudig
is.
Direct
bij het binnenkomen stoot je op een mooi uitgelegd tapijt van vloertegels. Echt indrukwekkend. Daarnaast zijn
fragmenten van vloeren te zien, met al even mooie en ingenieuze patronen. Tal
van vitrinekasten herbergen afzonderlijke tegels. Interessant zijn ook de
documenten: facturen, catalogi en werkboekjes van vloerders. In zo’n werkboekje
was een knipsel gekleefd met het door de klant gewenste patroon en toeval wil
dat ik zeer kort geleden precies die vloer aangetroffen heb in de hal van een
huis in Gistel.
foto © Johan Lingier, 2012 |
De
tentoonstelling behandelt zowel de vloer- als de wandtegelproductie. De twee
zijn duidelijk van elkaar gescheiden in de tentoonstelling. Zowel de vormgeving
als het productieproces verschillen dan ook grondig. De vloertegels moeten stevig en slijtvast zijn, de klei of het cement
wordt vooraf met verschillende pigmenten gekleurd en dan in mallen aangebracht
en geperst. De motieven en patronen zijn eerder abstract, beperkt in aantal
kleuren, relatief sober dus en verder dan een gestileerd plantenmotief komt de
figuratie niet (er zijn exuberante uitzonderingen!). Indruk maken doe je door
slim met het motiefontwerp om te gaan en stijlvol te combineren. Bij de wandtegels worden bovenop de gegoten of
geperste keramische tegel, al dan niet met reliëf, glazuurlagen aangebracht.
Dat kan op verschillende manieren: schilderen is daar een van (voor unieke
toepassingen), grafische druktechnieken een andere (voor massaproductie). Op
die manier krijg je veel meer vrijheid in vorm en kleur en dan kan het alle
kanten op… Overigens werkten veel bedrijven voor een deel van hun productie met
gerenommeerde ontwerpers. En voor het overige maakten ze wat de klanten vroegen.
De catalogi toonden dan ook een zeer divers beeld: van neostijlen over soms kitscherige
genretafereeltjes tot prachtige ontwerpen zoals een sobere witte reliëftegel
ontworpen door Henry Van de Velde. Ik weet waar mijn voorkeur naar gaat…
Terug
naar de vloertegels. Hieronder vind je enkele vloeren die ik tijdens mijn
tegelsafari in Gistel, Moere, Snaaskerke en Zevekote geschoten heb en die ik in
de tentoonstelling in Gent terugzag. De eerste lag te pronken in een
vitrinekast en is als tapijt met
alternerende tegels en een boordmotief terug te vinden in de catalogus van Boch
Frères Maubeuge (1862-1936) als Fond
Egyptien. Deze tegels vond ik in een van de geklasseerde werkmanshuisjes in
Moere, maar ze zijn daar niet in het gesuggereerde, prachtige, patroon uit de
catalogus van Boch gelegd. Wellicht (maar ik heb hiervoor geen bewijzen), gaat
het hier om resten of afbraakmateriaal uit een ‘beter huis’ die gebruikt zijn
om de vloer van dit bescheiden huisje aan te vullen: voer voor heemkundigen?
foto © Johan Lingier, 2012 |
foto © Johan Lingier, 2012 |
foto © Johan Lingier, 2012 |
Hieronder
nog enkele losse vondsten die ik ook op de tentoonstelling ben tegengekomen.
foto © Johan Lingier, 2012 |
foto © Johan Lingier, 2012 |
Tot
slot nog enkele tegels uit de verzameling van Filip Debaillie. Met deze tegels
en nog enkele variaties binnen dezelfde ‘familie’ is in het MIAT een mooi tapijt gelegd.
foto © Johan Lingier, 2012 |
foto © Johan Lingier, 2012 |
Als
je nog mocht twijfelen: bezoeken die tentoonstelling! De catalogus, in tegelformaat, is zeer de moeite waard. Voor praktische info zie
gevloerdenbetegeld.be
Ik wilde je toch even zeggen dat ik na het lezen van dit stukje inderdaad de tentoonstelling bezocht en héél content teruggekomen ben. Bedankt voor de tip! Eén dezer kom ik zeker een kijkje in de bib van Gistel nemen.
BeantwoordenVerwijderen