In
de reeks berichten over kunstenaars die tegels in hun werk als thema of als
materiaal gebruiken, kan Marc Cordenier (Poperinge, 1959) niet ontbreken. Deze
beeldhouwer pur sang werkt al jaren onverdroten met stugge materialen die hij
eerst samenbrengt en vervolgens bewerkt met hamer en beitel of slijpschijf.
Eerder dit jaar was hij een van de kunstenaars in de tentoonstelling ‘Abrasie’
in Oostende. Die titel is hem, of liever zijn werk, op het lijf geschreven.
Toch
nog even iets over het procedé. De kunstenaar maakt eerst een ruwe vorm door
bijvoorbeeld bakstenen samen te lijmen met epoxy. Die cluster wordt dan
bewerkt, afhankelijk van het beoogde resultaat, met hamer en beitel of met de
slijpschijf. Voor de werken met tegels moet hij bij de montage rekening houden
met de tegelmotieven en de plaatselijke kromming. Immers, hoe groter de
kromming, hoe meer materiaal moet weggeslepen worden. Dat betekent dat kleinere
fragmenten moeten aangebracht worden op die plaatsen terwijl het toch de
bedoeling blijft dat de motieven van de tegels grosso modo behouden blijven.
Elk werk is hoe dan ook het resultaat van een langzaam en intensief ontstaansproces.
Ik
vroeg Marc hoe hij bij vloertegels terechtgekomen was. Hij was op reis en
bezocht een oud kerkje. Onmiddellijk achter de natuurstenen dorpel lag een
tegelvloer waarvan de tegels in het midden uitgesleten waren door de vele pelgrimsvoeten
die er over gelopen hadden. Deze slijtage trof hem zowel metaforisch – het
verouderingsproces – als esthetisch, omdat hij duidelijk zag hoe in de sporen
de tegelmotieven vervaagden ten opzichte van de niet verweerde gedeelten. Tegelijk
herinnerde het hem aan zijn jeugdjaren (opnieuw die onverbiddelijke tijd!), een
gevoel van ‘thuis’, geborgenheid. In zijn atelier begon hij die natuurlijke
slijtage na te bootsen door tegels samen te kleven, zoals hij eerder deed met
bakstenen, en die dan te slijpen. Het viel hem ook op dat vloertegels, bij
uitstek een horizontaal, vlak gegeven, een totaal andere dimensie krijgen door
die los te maken van de vloer, rechtop te zetten, op een ander niveau te tillen
en, uiteindelijk, er organische vormen aan te geven. Na wat experimenten begon
hij aan zijn eerste werk: een bolvorm met een diameter van 80 cm die niet
toevallig de titel ‘Over verschijnen en verdwijnen’ (1997) meekreeg.
Over
verschijnen en verdwijnen, 1997, 80 cm, betontegels, epoxy
foto © Marc Cordenier |
Ik
had het hierboven al over de vormen van zijn beelden. Naast de bolvorm, maakte
hij ook een eivormig werk met de titel ‘Oorsprong’. In die werken wordt het
tegelmotief vrij ver weggewerkt. Ik heb ook wat details gefotografeerd waarop
je de materie van de geslepen tegels goed ziet.
Oorsprong,
1998, 70x100 cm, keramische tegels, epoxy
foto © Marc Cordenier |
foto © Johan Lingier, 2012 |
Het
werk ‘Requiem’ heeft eerder de vorm van een gestileerde
menselijke figuur. Mij doet het denken aan een sarcofaag, wat wel met de titel
van het werk strookt. Bovenaan zie je geen hoofd, maar een segmentvorm die
refereert aan een paraplu (de tegels zijn daar trouwens zwart gemaakt): de mens
die zich toedekt, indekt, verbergt voor wat op hem afkomt. Ook hier heb ik een
detail bijgevoegd waarop je mooi de sporen van de bewerking kunt zien.
Requiem,
2001, 60x184 cm, cementtegels, epoxy
foto © Johan Lingier, 2012 |
foto © Johan Lingier, 2012 |
foto © Johan Lingier, 2012 |
Tot
slot een zeer recent werk, getiteld ‘Krans nr. 2’ (er is ook nog een ‘Krans nr.
1’ gemaakt van beenderen). Wat mij betreft een hoogtepunt. De krans als
verwijzing naar de dood opnieuw (een rouwkrans), maar toch ook een vorm die
oneindigheid suggereert, eeuwige terugkeer, een vorm waarin je je kunt
verliezen. Op de eerste foto zie je de gehele krans, zonder achtergrond. De
andere foto’s geven weer wat details.
Krans
nr. 2, 2012, 25x70 cm, keramische tegels, epoxy
foto © Marc Cordenier |
foto © Johan Lingier, 2012 |
foto © Johan Lingier, 2012 |
Je
kunt meer werk van Marc Cordenier bekijken op zijn website http://users.telenet.be/marccordenier.
In levende lijve is zijn werk dit jaar nog te zien in De Werft in Geel in de
tentoonstelling ‘Denudatio’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten